Alpenkegelskruid (Scutellaria alpina)
Andere namen: Cassida alpina (L.) Moench
Schade score: 1 (Natuurlijke stoffen)
Alpine coneflower, ook bekend als Cassida alpina (L.) Moench., is een kruid dat behoort tot de familie van de dovenetelplanten. Deze soort komt oorspronkelijk uit de Alpen en de Karpaten en gedijt goed in zonnige tot halfschaduwrijke habitats. Het is typisch te vinden in droge weiden, berghellingen of in rotsspleten. Het is een lage maar robuuste struik die 15 tot 30 cm hoog wordt. De bladeren zijn enkelvoudig, gaafrandig, spits en aan de onderkant bedekt met haartjes. Hij bloeit van juni tot augustus en is blauwpaars gekleurd.
Hoewel de Alpine coneflower niet zo wijdverspreid is als andere soorten van het geslacht Scutellaria, wordt hij toch op veel verschillende manieren gebruikt. De gedroogde bladeren worden gebruikt bij de productie van thee, die gewaardeerd wordt om hun kalmerende werking. De plant wordt ook gebruikt in de homeopathie en het extract is te vinden in cosmetische producten, met name producten die worden gebruikt om de gevoelige en geïrriteerde huid te kalmeren. Alpine coneflower heeft ook een groot potentieel in de geneeskunde, waar zijn mogelijke ontstekingsremmende en antimicrobiële eigenschappen worden bestudeerd. Het is dus duidelijk dat de alpenappel, ondanks zijn bescheiden omvang, een plant is met veel toepassingsmogelijkheden.