Drakenbloed (Croton lechleri)
Andere namen: latex, Sangre de Drago, Croton, Drago, Drakenbloed, taspine, uksvavakiro, ginmunaji, shawan karo, kosamati, jat
Schade score: 1 (Natuurlijke stoffen)
Drakenbloed wordt voor het eerst genoemd in een Latijnse herbe van de gedetailleerde Romeinse arts Claudius Galen, die rond 200 na Christus leefde. Het kreeg de naam "drakenbloed" vanwege de kleur van het sap, dat overvloedig wordt afgescheiden in de vorm van een donkerrood sap wanneer de cortex wordt verstoord. Naast de plant zelf staat ook het poeder van het hout en de schors van bepaalde boomsoorten bekend als "drakenbloed" en het werd gebruikt als kleurstof of om meubels in de was te zetten vanwege de kenmerkende kleur. Andere namen voor deze plant zijn latex, Sangre de Drago, Croton, Drago, Drakenbloed, taspine, uksvavakiro, ginmunaji, shawan karo, kosamati, jat.
Het wordt nu voornamelijk gebruikt om zalven voor wondgenezing te maken omdat de schors taspine bevat, een alkaloïde die genezing stimuleert. Maar het wordt ook gebruikt in de cosmetische industrie of als ingrediënt in dranken. Vroeger werd het gebruikt als medicinaal ingrediënt. Sommige culturen gebruikten het waarschijnlijk in rituelen. Tegenwoordig vinden we op de markt producten zoals shampoos, conditioners, anti-aging crèmes of huidverzorgingsserums die drakenbloed bevatten. De gunstige effecten op de menselijke gezondheid en schoonheid zijn echter nog steeds het onderwerp van wetenschappelijke studies en onderzoeken.