Patrinia sibirica
Andere namen: Valeriana sibirica, Valeriana ruthenica, Fedia sibirica, Altai valeriaan
Schade score: 1 (Natuurlijke stoffen)
Patrinia sibirica, ook bekend als Valeriana sibirica, Valeriana ruthenica, Fedia sibirica, of Altai valeriaan, is een overblijvend kruid dat oorspronkelijk uit Oost-Azië komt. Het groeit in zanderige en kiezelachtige gebieden, maar kan ook gevonden worden op vochtige plaatsen langs rivieren en meren. Deze plant wordt zeer gewaardeerd om zijn geneeskrachtige eigenschappen. De gele bloemen hebben de vorm van een pop en bloeien van juni tot augustus. De takken zijn rechtopstaand en tot 100 cm hoog. De bladeren zijn afwisselend, lancetvormig met een hartvormige basis. Patrinia sibirica komt ook voor in Tsjechië onder de naam Siberische vlecht.
Veel middeleeuwse kruidendokters en artsen gebruikten Altai valeriaan voor zijn kalmerende en ontstekingsremmende effecten. In de oosterse geneeskunde wordt deze plant gebruikt om verschillende infecties te behandelen en wonden te genezen. Modern onderzoek heeft bevestigd dat de plant inderdaad stoffen bevat die een antibacteriële en ontstekingsremmende werking hebben. Altaïsche valeriaan wordt daarom in veel producten gebruikt. In cosmetica wordt het bijvoorbeeld gebruikt om crèmes en zalven te maken voor de behandeling van verschillende huidproblemen zoals acne, eczeem of psoriasis. Het wordt ook gebruikt in de alternatieve geneeskunde. Het wordt gebruikt om tincturen, theeën of poeders te maken om het immuunsysteem te ondersteunen, pijn te verlichten of aandoeningen aan de luchtwegen te behandelen. Het wordt ook gebruikt in aromatherapie voor zijn kalmerende en ontspannende effecten.