Tamanu (Calophyllum Inophyllum)
Andere namen: Domba, Kalaba, Dilo-noot
Schade score: 1 (Natuurlijke stoffen)
Tamanu, wetenschappelijk bekend als Calophyllum Inophyllum, draagt andere namen zoals Domba, Calaba obovate of Dilo Nut, verwijzend naar de veelvormigheid en buitengewone bruikbaarheid. Deze plant komt oorspronkelijk uit Azië, met name uit gebieden in Zuidoost-India en Noord-Australië. Hij wordt voornamelijk gebruikt in de cosmetische industrie, maar vindt ook zijn toepassing in medicijnen en voeding. Hij wordt ook gebruikt als schaduwboom in het landschap of als decoratief element in parken en botanische tuinen. De tamanu bereikt een hoogte van 6 tot 25 meter en heeft een opvallend gevormde kroon met takken die in verschillende richtingen groeien.
Zijn voordelen liggen vooral in de olie die wordt gewonnen uit de zaden van de plant. Tamanu olie is vooral populair in cosmetica vanwege de regenererende en helende eigenschappen. Het bevat namelijk stoffen die de vorming van nieuwe cellen bevorderen en zo helpen bij wondgenezing. Het heeft ook ontstekingsremmende eigenschappen en is geschikt voor de gevoelige huid. De olie zit meestal in huidverzorgingsproducten, vooral in crèmes, balsems, serums of zepen. De essentiële olie wordt ook geëxtraheerd uit tamanu en gebruikt in aromatherapie voor zijn kalmerende effecten.
Tamanu olie wordt ook medicinaal gebruikt om verschillende huidproblemen te behandelen, zoals acne, eczeem, brandwonden of zweren. In de voedselindustrie worden tamanu noten gebruikt vanwege hun hoge proteïne- en vetgehalte. Hoewel tamanuhout op zichzelf niet sterk en bestand tegen ongedierte is, kan het gebruikt worden om meubels of boten van te maken, vooral in gebieden waar het in grote hoeveelheden groeit.