Westelijke nierbes (Anacardium occidentale)
Andere namen: Cashewnoten, Kaju, cashew
Schade score: 1 (Natuurlijke stoffen)
De westelijke nierboom (Anacardium occidentale), ook bekend als cashew, cashew of cashew, is een tropische boom die oorspronkelijk uit Brazilië komt. Op het eerste gezicht lijkt deze boom, met zijn onmiskenbaar gevormde vruchten, meer op een sierplant dan op een gebruiksboom, met noten die een alledaags onderdeel van ons dieet zijn. Cashewnoten, zoals we ze kennen, zijn eigenlijk de zaden van deze boom. Deze groeien aan het uiteinde van de zogenaamde cashewappel, een vlezige, eetbare vrucht met een kenmerkende geelrode kleur. De teelt van deze boom heeft zich vanuit Brazilië verspreid naar andere tropische gebieden in de wereld en is nu een van de belangrijkste exportgewassen van landen als India, Vietnam en Ivoorkust.
De producten van de westelijke nierboom zijn echt divers. Allereerst zijn er natuurlijk de cashewnoten. Deze worden meestal geroosterd en gezouten gegeten als smaakmaker bij bier of als onderdeel van verschillende noten- en zadenmengsels. Ze worden ook gebruikt om een verscheidenheid aan pindakaasachtige boters te maken, die vooral populair zijn bij sporters en voorstanders van een gezonde levensstijl. Cashewnoten vormen ook de basis voor de productie van sommige veganistische kazen, d.w.z. kaasvervangers die geen melk bevatten. Minder bekend is het gebruik van de cashewappel, die wordt verwerkt tot sappen, likeuren of zelfs azijn. Naast het fruit wordt het hout van de Westelijke Niernotenboom gebruikt vanwege zijn resistentie tegen ongedierte en schimmelziekten, waardoor het waardevol is voor meubels. Tot slot is deze boom ook belangrijk in de traditionele geneeskunde van sommige culturen - hij wordt gebruikt bij de behandeling van verschillende huidziekten, diarree of uitdroging.